Voor de voorstelling
Doel
De kinderen voorbereiden op het voorstellingsbezoek en de nieuwsgierigheid prikkelen.
Kerndoel 3
De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.
Benodigdheden
Digibord en poster
Bekijk de poster en trailer
1. Bekijk de poster: Vertel de leerlingen dat jullie binnenkort naar de theatervoorstelling The neverending story van Het Filiaal theatermakers gaan en laat de poster zien (deze is met de post gestuurd).
- Wat zie je allemaal?
- Wat valt er op?
- Waar zou de voorstelling over gaan denk je?
Over de voorstelling: Vertel dat de voorstelling ook voor jou een verrassing is, maar dat je al een beetje gehoord hebt waar het over gaat:
Basje Boeckx heeft een rijke fantasie. Daarom wordt ze weleens gepest. Ze steelt het boek ‘Het oneindige Verhaal’ en verstopt zich op een zolder. Daar leest ze over de avonturen van de jonge held Atréjoe, die het rijk Fantásië moet redden van het oprukkende ‘Niets’. Steeds meer vallen de werelden van Fantásië en die van Basje samen, tot ze in het verhaal terechtkomt. Ze redt de kleine keizerin en krijgt grote macht. Maar weet Basje om te gaan met die verantwoordelijkheid? En welke rol speelt de geluksdraak Foechoer in het verhaal?
2. Kijk samen de trailer.
- Welke personages heb jij gezien?
- Waar ben jij benieuwd naar?
Het boek
Vertel dat de voorstelling is gebasseerd op het boek 'Het Oneindige verhaal'. Dit boek is gescheven in 1979 door de Duitste schrijver Michael Ende.
Wist je dat:
- Het boek bestaat uit 26 hoofdstukken en elk hoofstuk begint met de volgende letter van het alfabet.
- Elke beginletter van het hoofdstuk is een grote versierde letter.
- Er is ook een film gemaakt van het boek in 1984, maar de schrijver van het boek was niet zo blij met de film omdat de film maar de helft van het verhaal vertelt. De voorstelling vertelt wel het hele verhaal.
Filosofeer met de kinderen
Filosofeer met de kinderen over de vraag: 'Kun je dingen leren van verhalen?'
Kunnen verhalen invloed hebben op je eigen leven? Hoe dan?
Bedenk een eigen voorbeeld (zoals de zin van Pipi Langkous 'Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan" tegen jezelf zeggen als je iets spannend vindt).
Vervolgvragen kunnen zijn:
- Bedenk jij wel eens zelf verhalen? Denk ook aan werelden creëren door tekenen, lego, games etc.
- Wanneer doe je dat?
Bekijk de video
Doel
De kinderen maken kennis met de rijke tradities van percussie en slagwerk van over de hele wereld.
Kerndoel 55
De leerlingen kijken naar en praten over het werk van makers met aandacht voor (verschillen in) ontwerp, vormgeving en presentatie.
Benodigdheden
Digibord
Duur
9 min
Bespreken van het filmpje
Bespreek met de kinderen de vragen die je ziet op het scherm.
- Welke slagwerk-instrumenten uit de video zijn je bijgebleven? Wat vond je er bijzonder of opvallend aan?
- Naar welke muziek luister jij graag?
- Wat voor gevoel krijg je bij die muziek? Krijg je er bijvoorbeeld een vrolijk gevoel van of word je er misschien juist heel rustig van?
Opdracht:
- kies een voorwerp in het klaslokaal en onderzoek welke klanken en ritmes je ermee kan maken.
- Verzin in tweetallen een boodschap die je overbrengt door klank en ritme. Dat kan bijvoorbeeld een vraag en een antwoord zijn.
- Luister naar elkaars vondsten en bespreek na op klank, ritme en manier van bespelen
Zet je oren goed open tijdens de voorstelling en luister hoe de muziek die de vijf muzikanten maken wordt gebruikt in de voorstelling en wat het effect is.
Naar het theater gaan
Doel
Leerlingen maken kennis met de ‘spelregels’ van een theaterbezoek.
Benodigdheden
Digibord
Theater is een wisselwerking tussen acteurs en publiek. Het publiek en de acteurs maken samen de voorstelling. Hoe beter het publiek, hoe beter de voorstelling, des te meer plezier voor het publiek en dus ook voor de spelers.
Sommige kinderen zullen bij theater in eerste instantie aan het tempo moeten wennen. Er zijn geen snel gemonteerde camerawisselingen, wel taal, spel en muziek met een eigen dynamiek. Er kan niet gezapt worden als het beeld even verveelt, en op alles reageren stoort medekijkers. Dat kan wennen zijn, zeker voor leerlingen zonder theaterkijkervaring. Als jij geconcentreerd kijkt, kan een acteur zich helemaal focussen op zijn spel en gaat hij dus beter spelen. Als er onrust is in de zaal (gekletst wordt of commentaar wordt gegeven), kunnen de spelers zich minder goed concentreren en wordt de voorstelling minder goed.
Naar het theater gaan
Doel
Leerlingen maken kennis met de ‘spelregels’ van een theaterbezoek.
Benodigdheden
Digibord
Vraag de kinderen of ze wel eens naar het theater gaan. Wat voor voorstelling(en) hebben ze gezien?
Hoe vonden ze dat?
Er zijn een aantal spelregels waar alle bezoekers zich aan houden. Die zijn handig om te bespreken:
- De voorstelling begint op een afgesproken tijd.
Als je te laat bent, dan mag je niet meer naar binnen. - Mobiele telefoons moeten in het theater worden uitgezet. Ze kunnen leiden tot technische complicaties waardoor het geluid van de voorstelling verstoord wordt.
- Tijdens de voorstelling kun je niet naar het toilet. Zorg ervoor dat je van tevoren (op school of in het theater) al geweest bent.
- Jassen en tassen hang je aan de kapstok of geef je af bij de garderobe. Soms mogen ze mee de zaal in en dan kun je je jas en tas onder de stoel leggen.
- Het is in de theaterzaal niet toegestaan foto- en video-opnames te maken.